Verhaaltje waarmee de Vrouw Holle speurtocht begint:

 

Wat een sneeuw, wat een sneeuw!

 

Dit verhaal speelt niet lang geleden maar vandaag.

Jullie hulp wordt gevraagd want de wereld is bedolven onder de sneeuw.

 

Vrouw Holle is boos op de wereld en blijft haar kussen maar schudden. Zij voelt zich erg alleen en is bang dat iedereen haar vergeten is. Natuurlijk zijn we haar niet vergeten, maar wie gaat haar dat vertellen?

 

Het is hoog tijd dat iemand naar Vrouw Holle gaat want het sneeuwt zo dat de deuren niet meer open gaan, de daken storten bijna in, de vogels vinden geen eten meer, geen fiets of auto kan over de weg.

 

Ga door de put naar de wereld van Vrouw Holle. Als je behulpzaam bent onderweg verdien je vast wel stukken van een vriendschapsspreuk. Heb je alle zes zinnetjes van de vriendschapsspreuk zeg deze dan hardop. Als Vrouw Holle dit hoort zal zij zeker stoppen met schudden en is de wereld gered van al die sneeuw.

 

 

 

 

 

 

 

Nodig voor de opdrachten:

  1. Een oud wit kussensloop
  2. dennenappels, kerstklokjes en andere winterse dingetjes
  3. een hoepel
  4. twee keer zoveel boterhammen als er kinderen zijn
  5. tennisballen of andere balletjes in rood papier en een grote mand
  6. pannen, pollepels, doosjes met droge erwten, fluitjes of andere lawaaidingen
  7. kerstsnoepgoed of kleine cadeautjes in goudpapier of aluminiumfolie
  8. bezems
  9. wattenballetjes als sneeuwvlokjes

 

Voorbereidingen:

Heel belangrijk: lees vlakvoor de speurtocht begint het verhaal van Vrouw Holle voor.

Schrijf of type de volgende zinnen op papier; dit vormt de vriendschapsspreuk die de kinderen verzamelen tijdens de speurtocht:

  1. -Vrouw Holle, Vrouw Holle, het sneeuwt nu al een hele poos
  2. -Wees nu toch niet meer boos
  3. -We hebben alle opdrachten gedaan
  4. -Stop nu met het kussen uitslaan!
  5. -We willen dat u voor altijd zult weten
  6. -Dat we u nooit meer vergeten!!!

 

Zet een speurtocht uit, geschikt voor al met al zes stops. Het leukst is natuurlijk om voor de tocht een picknickplaats in het bos of een stukje park te gebruiken. Maar je kunt ook gewoon de speurtocht uitzetten in de wijk waar je woont.

Zet de zes opdrachten zo uit dat de kinderen ernaar moeten zoeken. Je kunt ze bijvoorbeeld van plek naar plek laten lopen door het volgen van ‘sneeuwvlokjes’ die in de bomen hangen. Of lintjes in de boom. Extra spannend wordt het als het buiten al een beetje of zelfs al helemaal donker is. Elk kind krijgt dan zijn eigen zaklantaarn mee.

Na elke opdracht ‘verdienen’ de kinderen een zin op een strookje papier in een envelop. En aan het einde van de speurtocht worden die achter elkaar opgezegd, zodat vrouw Holle stopt met schudden.

 

De opdrachten voor onderweg:

 

Opdracht 1

Versier een sloop als ‘cadeautje’ voor Vrouw Holle.

Laat de kinderen oude slopen meenemen of gebruik eenvoudige nieuwe slopen.

Er kan eventueel ook door alle kinderen samen één sloop versierd worden.

 

Of vul een sloop met ‘winterse’ cadeautjes voor Vrouw Holle, (dennenappels, kerstklokjes).

Bind de sloop dicht. Laat de sloop rondgaan in de kring, zodat de kinderen om de beurt kunnen voelen wat er in de sloop zit. Als ze allemaal een beurt hebben gehad, mogen ze vertellen wat er in de sloop zit.

 

Opdracht 2

Kruip door de put naar de wereld van Vrouw Holle.

Gebruik hiervoor een hoepel, plaats deze horizontaal (bijv. op 2 stoelen), zodat de kinderen er één voor één door kunnen klimmen.

 

Opdracht 3

’t Brood roept: ‘pak ons toch, pak ons toch, straks verbranden wij hier nog’.

Broodestafette. Gebruik zoveel boterhammen als er kinderen zijn. De boterhammen moeten in 2 groepen om de beurt naar de overkant gebracht worden. Daarna kunnen ze aan de eendjes/vogels gevoerd worden.

 

Opdracht 4

De appelboom roept: ‘kinderen, pluk mijn appels maar, want mijn takken zijn zo zwaar’.

Verpak kleine voorwerpen, bijv. tennisballen, in rood (crêpe-) papier. Verdeel de kinderen in 2 groepen. Laat iedere groep de ‘appeltjes’ van een bepaalde afstand in een mand gooien. Welk groepje heeft de meeste appeltjes in zijn mand?

 

Opdracht 5

We zijn nu vlak bij Vrouw Holle. Laten we muziek maken om haar vrolijk te stemmen.

Gebruik van alles wat er in huis is om muziek te maken. Denk hierbij aan pannen en pollepels, doosjes met droge erwten, fluitjes.

 

Opdracht 6

Houd het straatje van Vrouw Holle schoon.

Zoek een plek waar er een ‘straatje’ door de bladeren gebezemd kan worden.

 

Alle zes zinnen van de vriendschapsspreuk hebben jullie nu bij elkaar. Zeg nu allemaal tegelijk de vriendschapsspreuk op, zo luid en duidelijk als jullie kunnen, zodat Vrouw Holle hoort dat jullie haar niet vergeten zijn en ze eindelijk ophoudt met haar kussen uitschudden.

 

En nu weer terug naar jullie eigen wereld. En dat kan natuurlijk maar op één manier: DOOR DE POORT!

Verpak wat lekkers (koekjes en/of rozijnendoosjes) in goud papier of eventueel aluminiumfolie.

Bedenk door welke deur de kinderen weer binnen gaan komen. Hang in deze deuropening de verpakte doosjes aan wollen draadjes. Nadat alle kinderen door de ‘poort’ gelopen zijn, mogen ze er één voor één een pakje afhalen om mee naar huis te nemen.

 

 

Tip voor het uitzetten van de speurtocht:

Extra leuk is het natuurlijk om de kinderen tijdens de speurtocht ‘sneeuwvlokjes’ te laten volgen.

Bind stukjes watten aan een touwtje en hang deze op langs de route.

 

Verhaal over Vrouw Holle:

VrouwHolle